door Pro Dienstencheques - 5 maanden ago

Dienstencheques worden massaal gebruikt in België. Meer dan 150.000 mensen werken in deze sector en meer dan 1,2 miljoen gezinnen maken er gebruik van. Er heerst echter al langer een conflict rond de prijzen van de dienstencheques en de daaraan gekoppelde lonen van huishoudhulpen. Met verschillende stakingen in de sector als gevolg. In de ze blog leggen we het belangrijkste uit.

Reeds verschillende stakingen binnen de dienstenchequesector

Afgelopen jaren waren er verschillende stakingen in de sector van de dienstencheques. De meest recente is die van 7 februari 2024. Eerder vonden er ook al stakingen plaats op 9 november 2022 en op 8 januari 2020. In dit artikel leggen we elke staking voor je uit. We gaan dieper in op wat de beweegredenen waren bij deze stakingen. Je krijgt zo een duidelijk overzicht van de uitdagingen die er zijn binnen de dienstencheques. 

Waarom wordt er gestaakt in de sector dienstencheque?

Een dienstencheque kost een gezin vandaag 9 euro. Gezinnen kunnen hiervan nog eens 20% terugkrijgen via hun belastingbrief. Dit wil zeggen dat een gezin slechts 7,2 euro per dienstencheque betaalt. Dit is één van de redenen waarom er weinig marge is om de lonen van huishoudhulpen te laten stijgen. De overheid bepaalt namelijk de inkomsten van de ondernemingen aangezien zij bepalen hoeveel de inruilwaarde van een dienstencheque bedraagt. Die inruilwaarde ligt vandaag (januari 2024) op 27,52 euro. 

Hier moeten de dienstenchequebedrijven echter ook het vakantiegeld, het gewaarborgd loon bij ziekte en de algemene kosten voor het kantoorgebouw en het secretariaat betalen. Dit zet een enorme druk op de marges en biedt bedrijven weinig ruimte om aanpassingen door te voeren. Verschillende organisaties kaartten al meermaals deze problematiek aan. Zo blijkt uit verschillende rapporteren dat meer dan de helft van de bedrijven in de sector verlies maakt. 

Wat is de oplossing om stakingen te voorkomen in de dienstenchequesector?  

Oplossing1: Algemene prijsstijging 

De prijs van een cheque bedraagt nu al 13 jaar dezelfde prijs: 9 euro voor 1 uur arbeid. En dit terwijl de lonen van elke werknemer in België in die 13 jaar maar liefst 9 keer werden verhoogd door een indexatie. Als de prijs van een dienstencheque in dezelfde mate was mee geëvolueerd, konden die extra middelen aangewend worden om de financiering van de sector te versterken. Er was dan waarschijnlijk vandaag geen sprake geweest van een sociaal conflict. Een belangrijke oplossing ligt dus in een debat over een prijsstijging van de dienstencheque. 

Oplossing 2: Een variabele prijs op basis van het inkomen

Een variabele prijs houdt in dat de prijs van een dienstencheque afhankelijk is van je inkomen. Hoe hoger je inkomen, hoe meer je zal betalen voor een cheque. Dit systeem zorgt ervoor dat ook mensen met een lager inkomen de dienstencheques kunnen blijven gebruiken. Uiteraard moet er een maximumprijs worden vastgelegd om zo de concurrentie met zwartwerk aan te gaan. Het system van de variabele prijs wordt trouwens al langer gebruikt in de kinderopvang. De resultaten hiervan tonen aan dat dit zeker een haalbare oplossing is.


Waarom staakten huishoudhulpen op 7 februari 2024?

Op woensdag 7 februari 2024 kwamen 400 vertegenwoordigers van de drie grote vakbonden samen in Tour & Taxis in Brussel. Dit is niet toevallig dezelfde locatie waar beroepsfederatie Federgon haar kantoren heeft. De vakbonden zijn boos omdat de werkgevers de collectieve arbeidsovereenkomsten zouden opzeggen, waarin een vakbonds- en eindejaarspremie waren opgenomen. Daarnaast roepen de vakbonden op tot een betere controle van de werkomstandigheden. Wat collectieve arbeidsovereenkomsten betreft brengen de werkgevers echter een ander verhaal. Elk jaar storten de bedrijven namelijk geld in een fonds voor opleiding. Dit fonds wordt samen met de vakbonden beheerd. Het zijn volgens de werkgevers zij die de vrijgave van dit geld blokkeren. Daarom weigerden de werkgevers om nog langer een syndicale premie van 145 euro per werknemer aan de bonden te betalen. De eindejaarspremie die samen met de vakbondspremie in de CAO zat willen de werkgevers wel op bedrijfsniveau betalen. 

Naast de onvrede rond het opzeggen van de CAO blijft het lage loon een heikel punt. Doordat de prijs van een dienstencheque nog steeds 9 euro bedraagt, na aftrek van het fiscaal voordeel zelfs slechts 7,2 euro, is het onmogelijk om huishoudhulpen meer te betalen. Ondanks dat de prijs voor de gezinnen dezelfde is gebleven zijn de kosten voor de bedrijven wel gestegen. Een oplossing zou zijn om het fiscaal voordeel voor de gezinnen af te schaffen en de opbrengst te verdelen onder de huishoudhulpen, de overheid en de dienstenchequebedrijven. 

Waarom werd er in de sector van de dienstencheques gestaakt op 9 november 2022?

Het overleg over een nieuw loonakkoord was opnieuw vastgelopen, zo stelden de vakbonden. Vooral de vergoeding van de verplaatsing tussen 2 klanten zou het twistpunt zijn geweest. Bij de werkgevers was een ander geluid te horen. Zij spraken over constructieve onderhandelingen en zeiden de staking niet goed te begrijpen.  

De acties en spanning rond de onderhandelingen die tot uiting komen waren echter helemaal geen verrassing. Ook de vorige loononderhandelingen verliepen immers uiterst moeizaam en de geluiden vanuit de onderhandelende partijen waren identiek. De vaak terechte verwachtingen van de huishoudhulpen worden steeds opnieuw onvoldoende ingevuld volgens de vakbonden, terwijl de werkgevers blijven herhalen dat ze met de middelen die ze hebben echt inspanningen doen om zo ver mogelijk aan die verwachtingen tegemoet te komen. 

Eigenlijk hebben beide partijen een punt. De vakbonden stellen terechte vragen naar een verbetering van de loonvoorwaarden van de huishoudhulpen. De werkgevers hebben echter ook gelijk dat de huidige financiering van de sector dit niet toelaat.

Waarom werd er op 8 januari 2020 gestaakt in de dienstenchequesector?

De poetshulpen en werknemers die betaald worden met dienstencheques eisten in 2020 voor 1,1% meer loon. Door de lage prijs voor de cheque was deze stijging echter onmogelijk voor de dienstenchequebedrijven. Toen een bemiddelingspoging niet veel leek op te brengen riep de christelijke vakbond op om het werk neer te leggen. Dit was een historische staking aangezien huishoudhulpen voor het eerst sinds de invoering van het systeem in 2004 het werk neerlegden. De actie was niet louter gericht op de bedrijven maar ook op de overheid. Volgens de vakbonden heeft die alle sleutels in handen om extra zuurstof in de sector te pompen. De loonsverhoging van 1,1% zou de overheid zo’n 30 miljoen euro kosten. Indien de Vlaamse Regering toen de fiscale aftrekbaarheid had verminderd, had dit alleen al 75 miljoen euro opgebracht. 

Samengevat: waar ligt de oplossing voor de huishoudhulpen en dienstenchequebedrijven?

De oplossing ligt bij een verhoging van de prijs voor de gezinnen. Deze ligt op dit moment veel te laag waardoor er geen marge is voor de dienstenchequebedrijven om de huishoudhulpen een hoger loon uit te keren. Als de prijs van een dienstencheque mee zou zijn geëvolueerd met de indexeringen van de afgelopen jaren, zouden de huishoudhulpen hun lonen ook gestegen zijn. De belangrijkste oplossing ligt dus waarschijnlijk in een debat over een prijsstijging van de dienstencheque.