door Pro Dienstencheques - 1 jaar 10 maanden ago

Dienstencheques worden nog steeds massaal gebruikt in België. In 2021 werden er bijna 130 miljoen aangekocht, meer dan 150.000 poetshulpen zijn erdoor aan de slag, meer dan 1,2 miljoen gezinnen maken er gebruik van. De voordelen van het systeem zijn legio, maar de sector bereidt zich met ongelijke wapens voor op de groeiende uitdagingen van de toekomst.

Activerende rol

De dienstenchequesector heeft intussen meer dan 15 jaar ervaring met het inschakelen van mensen met een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt. Dat de sector is uitgegroeid tot 150.000 werknemers en de werkloosheid bij voornamelijk kortgeschoolde vrouwen enorm is afgenomen, zijn hiervan het bewijs. De krapte op de arbeidsmarkt vergroot echter wel de afstand met de resterende doelgroep. Alle ervaring en expertise die de sector hierin opbouwde is vandaag broodnodig om die doelgroep aan de slag te krijgen én te houden.

Duurzame toekomstige financiering

Vandaag betaalt de gebruiker slechts 9 euro voor een dienstencheque, en dat al sinds 2014. Als je de inflatie meetelt, dan is de dienstencheque in de loop der jaren eigenlijk goedkoper geworden. Het louter mee-indexeren van de aankoopprijs van de dienstencheque, net zoals alle andere goederen en diensten in onze samenleving, en deze middelen injecteren in de sector zou een wereld van verschil maken.

Betere loon- en arbeidsvoorwaarden

Iedereen is het erover eens dat huishoudhulpen betere loon- en arbeidsvoorwaarden verdienen. Maar de sector is vandaag onvoldoende aantrekkelijk tegenover andere sectoren die rekruteren in dezelfde groep. Een groot deel van de oplossing ligt in de loon- en arbeidsvoorwaarden. Dienstenchequebedrijven hebben vandaag echter niet de ruimte om structurele en duurzame verbeteringen te voorzien, want ruim 1 op 3 draait in het rood.

Profit en non-profit hand in hand

Wanneer men zegt “een voor 70% gesubsidieerde sector” is dit eigenlijk een foute veronderstelling. Het zijn immers niet de bedrijven of de sector die gesubsidieerd worden, maar de gebruiker die niet de echte kost van een huishoudhulp betaalt. Dienstencheques zijn een consumptiesubsidie. Zowel de profit als de non-profit worstelen vandaag met identieke problemen: instroom en rendabiliteit. Het verhogen van het gebruikersaandeel naar een juiste en faire prijs voor eenieder, vormt dé stap naar een meer duurzame financiering van de sector.

Eerlijke prijs van de dienstencheque

Een van de doelstellingen bij de oprichting van het dienstenchequemodel was ‘een beter evenwicht creëren tussen werk en privé voor gezinnen’. Voor sommigen is die extra ondersteuning een absolute noodzaak, denk aan eenoudergezinnen of bejaarden. De oplossing voor een duurzame financiering ligt bij de gebruikersprijs, mits we erover waken dat financieel zwakkere gebruikers niet uit de boot vallen. Een niet-lineair systeem is dus wenselijk; op basis van een sociaal tarief, inkomensgerelateerd of differentiëring in de belastingaftrek.

Administratieve kosten

Om hun rendabiliteit te vrijwaren, worden dienstenchequebedrijven gedwongen het heft in eigen handen te nemen en waar nodig bijkomende kosten aan te rekenen. De toename van dit halfslachtig redmiddel is het gevolg van het overheidsgebrek om de sector duurzaam te ondersteunen. De echte oplossing ligt bij de aanpak van de oorzaak: het duurzaam financieringsmodel voor de sector of het ontbreken daarvan.